top of page

Abe Lenstra en het ijs


Ron Couwenhoven, Gauke Bootsma (schaatsmuseum Hindeloopen) en Jan Kooistra (geklasseerde wedstrijdrijder Elfstedentocht 1963) bij de opening van Abe en het ijs. Kooistra nam het eerste exemplaar in ontvangst.

Hindeloopen 23 oktober

Boekpresentatie Abe en het ijs in het Schaatsmuseum in Hindeloopen

Abe Lenstra is een van de allergrootste voetballers die Nederland heeft gekend. Op 19-jarige leeftijd in 1939 debuteerde hij in het Nederlands Elftal en bracht zijn club SC Heerenveen tot grote hoogte. Dat Lenstra in zijn tijd ook een verdienstelijke kortebaanschaatser was, is minder bekend. Schaatsjournalist Ron Couwenhoven schreef er een prachtig boek over.

Voetballer en schaatser

Het is nu nauwelijks meer voor te stellen dat profvoetballer Arjen Robben aan de start zou komen in een andere sport. Abe Lenstra deed dat wel. Hij nam deel dan 50 kortebaanwedstrijden in Friesland in de periode tussen 1939 en 1954. En met succes. Het schaatsen was voor Abe Lenstra een lucratieve aangelegenheid waarmee hij gedurende zijn schaatscarrière veel geld (1605 gulden) mee verdiende. Omgerekend zou dat nu 7805 euro waard zijn. Daarmee diende zich gelijk een probleem aan. Het betaalde voetbal deed pas in de jaren vijftig zijn intrede en geld verdienen als amateursporter was niet toegestaan. Abe Lenstra was amateur van SC Heerenveen die in het dagelijks leven als gemeenteambtenaar de kost verdiende. Vooral in de oorlogsjaren kwamen Lenstra's bijverdiensten met schaatsen hem op een stevige reprimande te staan van de Duitse bezetter.

Schaatscultuur

Tijdens de winterstop in strenge winters in de jaren veertig vormden de kortebaanwedstrijden niet alleen een welkome financiële aanvulling op het karige vaste inkomen van Abe Lenstra, het leverde hem ook een ongekende populariteit op. Het kortebaanschaatsen was tot de komst van de kunstijsbanen en de opkomst van het langebaanschaatsen veruit het populairste ijsvermaak in Friesland en Holland. Kees van Eijkeren uit Badhoevedorp, Sjoerd Zeldenthuis uit Joure, Theo Janmaat uit Nederhorst den Berg en Doekele Hielkema uit Bontebok waren landelijk bekend en de grote concurrenten van Abe Lenstra.

Een boek over Abe en het ijs prikkelt de historische sensatie volop, maar als schaatsfenomeen is Abe Lenstra zonder hem te kort te doen een anachronisme. Toch is Abe en het ijs een zeer waardevolle aanvulling in het historisch besef van de Nederlandse sportwereld. Helaas heeft deze oer Nederlandse traditie, de hardrijderij op de kortebaan, aan glans verloren.

Klauwer

Abe Lenstra die in de beginjaren bekend stond als een ‘klauwer’, een schaatser die het meer moest hebben van brute kracht dan een verfijnde slag, trok zich de kritiek van journalist Douwe Miedema zwaar aan. “Miedema gold als een autoriteit op schaatsgebied en uitte zijn kritiek op de slechte schaatstechniek van Abe in het Nieuwsblad van Friesland. Dat woog zwaar voor Abe Lenstra. Maar het leverde hem uiteindelijk wel wat op. "Hij wist zijn slag aan te passen”, vertelt Ron Couwenhoven enthousiast. “ Je ziet het in de krantenverslagen terug uit die tijd. "Abe begint na 1941 steeds meer wedstrijden te winnen.”

Pakken

Een lange schaatswinter betekende vroeger ook dat er regelmatig twee of drie wedstrijden per dag op het programma stonden. Daarvoor reisden de schaatsers door heel Nederland. Onderling werden er dan afspraken (pakken) gemaakt, hoe de prijzen verdeeld werden. Dit om krachten te sparen en de buit eerlijker te verdelen. Natuurlijk was dit tegen het zere been van de ijsclubs, die strijd wilden in plaats van onderlinge afspraken. Ron Couwenhoven zocht uit dat Abe Lenstra hierdoor ook regelmatig in de clinch lag met ijsclubbesturen. Smakelijk dist hij een anekdote op waarbij Abe bij een wedstrijd in 1946 in Appelscha bijna gediskwalificeerd werd en de gemoederen hoog opliepen.

Abe en het ijs

€ 18,50

Verkrijgbaar via:

  • Stichting Archief Ron Couwenhoven r.couwenhoven@upcmail.nl

  • De Afûk Leeuwarden

  • Het schaatsmuseum Hindeloopen

Laatste berichten
bottom of page