Eerste professor sportgeschiedenis in Nederland: Marjet Derks!
Per 1 november is Marjet Derks professor sportgeschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daarmee is zij de enige in Nederland. In Nijmegen hield zij haar oratie.
Sport, is vervullend en vervuilend, stelt Derks. ‘Ik heb dat onderzocht voor NEC en de Antillianen die in de jaren vijftig in Nijmegen kwamen voetballen. 'In die tijd waren vooroordelen over mensen met een andere huidskleur nog diepgeworteld. Maar die spelers waren goed, wat tot steeds groter enthousiasme bij het elftal en de supporters leidde. Sport kan dus bestaande maatschappelijke grenzen doorbreken, al zitten er ook neokoloniale aspecten aan, zoals de huidige uitwassen in de wereldwijde sportmigratie laten zien. Afrikaanse sporttalenten worden massaal opgekocht. Wat zegt dat eigenlijk over de manier waarop we tegen nationaliteit en staatsburgerschap aankijken?”
Derks (1958) studeerde geschiedenis, waar zij zich specialiseerde in de geschiedenis van populaire cultuur- en religiegeschiedenis. Na haar aanstelling als assistent in opleiding werkte zij als wetenschappelijk medewerker bij het Nederlands Sportmuseum in Lelystad. Sinds 2006 is zij als docent en onderzoekster verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Sport gaat ook over politiek en internationale verhoudingen, vindt Derks. “Al heel lang gebruiken politici sport als statussymbool en laten zich graag sportend afbeelden als teken van vitaliteit. Sport is misschien niet meer dan de belangrijkste bijzaak van het leven, sportgeschiedenis is volgens de hoogleraar wel degelijk van belang. Het zegt iets over de sociaal-culturele verhoudingen in onze tijd. Usain Bolt heeft meer volgers op Twitter dan Donald Trump!
Sommige dingen worden als volledig nieuw gepresenteerd. Tom Dumoulin wint de Giro en iedereen zegt: Historisch want de eerste Nederlander die een grote ronde wint sinds Joop Zoetemelk in 1980. Dat is natuurlijk maar hoe je het bekijkt. We hebben ook Leontien van Moorsel gehad, Marianne Vos en Anna van der Breggen.”
Derks benadrukt het belang van sportgeschiedenis als academisch vak. “Sport verbindt, historisch gezien kun je net zo goed het tegenovergestelde beweren. Het bestaat bij de gratie van een tegenstander. Juist in iets zo emotioneels als sport wakkeren verhalen over ‘de ander’ die gevoelens aan. En de negatieve randjes als doping, misbruik of de slechte begeleiding van jonge talenten, worden (vaak) buiten beeld gehouden.”
Het verleden wordt in de sport creatief gebruikt. Bij het binnenhalen van de Olympische Spelen in Athene in 2004 werd er van alles en nog wat bijgehaald uit de klassieke oudheid. Maar historisch gezien klopte er maar weinig van. De verwachtte successen blijven nogal eens uit. Zoals de Griekse economie die na de Spelen in een diep dal belandde!”
In Nederland is de betekenis van sport ook gigantisch toegenomen. “Dat F-16's als eerbetoon de Olympische ploeg begeleiden op de terugvlucht was dertig jaar geleden ondenkbaar. Tussen 1910 en 1995 werd er 100 keer een Koninklijke onderscheiding uitgereikt aan een sporter. Datzelfde aantal werd in de afgelopen zes jaar toegekend aan sporters die een bijzondere prestatie leverden!”