Jan Maarten Heideman: “Ik ben altijd bezig geweest met innovaties in de sport”
Hij is een van de meest succesvolle marathonschaatsers aller tijden, Jan Maarten Heideman. Tussen 1996 en 2016 boekte hij maar liefs 69 overwinningen als marathonschaatser op kunstijs, won hij twee keer de alternatieve Elfstedentocht en een reeks aan overwinningen in zesdaagsen en kampioenschappen. Na het beëindigen van zijn topsportcarrière in 2016 koos Heideman bewust voor een maatschappelijke carrière als specialist bij Leisure world bikestore in Dronten. Op het Elfstedencongres, op zaterdag 16 september, treedt fysiotherapeut en schaatsexpert Heideman even uit de relatieve anonimiteit. Als spreker over schaatstechniek, tactiek en materiaal op de lange afstand. Want niet alleen door zijn sportprestaties maakte Heideman indruk, ook door zijn gedurfde keuzes om als een van de eersten op klapschaatsen wedstrijden te gaan rijden. Hij was direct betrokken bij de realisatie van Flevo On Ice in Biddinghuizen en ontwikkelde hij de wisselschaats.
Heideman over zijn Elfstedentocht: “In het donker zag je soms de vonken van het ijs afspringen als een schaatser over een steentje reed. Sinds die tijd heb ik, als ik op natuurijs schaats, altijd een braamsteentje in mijn achterzak. Op het Slotermeer had ik geen idee welke kant ik op moest om naar Sloten te komen. De Rotax klapschaatsen waar ik op reed, hadden een klapmechanisme met zeven scharnieren. Achteraf gezien heb ik hier veel risico mee genomen. Bij het NK klunen, waar ik in 1998 aan meedeed, braken de scharnieren af en ik besefte toen dat ik veel geluk heb gehad bij de Elfstedentocht.”*
Materiaal is een bepalende factor bij het behalen van succes. Bij alternatieve Elfstedentochten is het percentage schaatsers met materiaalpech relatief laag, maar hoe verhoudt zich dat met natuurijswedstrijden in Nederland, als er relatief lange kluunplekken in het parcours opgenomen zijn en er (veel) stuifzand de baan opwaait. De laatste Elfstedentocht van 1997 kende door de goede ijscondities relatief weinig kluunplekken, in de Elfstedentocht van 1985 was dat wel anders, met kluunplekken van honderden meters in het parcours. Niet goed kunnen klunen of hardlopen werd genadeloos afgestraft in deze wedstrijd. In 1986 zorgde (opgewaaid) zand ervoor dat bij Harlingen en Franeker, menig deelnemer botte schaatsen opliep.
Heideman ervoer zelf in zijn carrière wat het is om tijdens de koers op botte schaatsen te moeten rijden in een wedstrijd. En daarvoor bedacht hij een plan, want als je wil winnen gaat het om details. Op het Elfstedencongres gaat Heideman in op zijn kennis over schaatsijzers op natuurijs, rondingen en klapmechanismen. Ook vertelt hij over de fietstraining voor een marathonschaatser. Heeft een marathonschaatser op de fiets dezelfde afstelling nodig als een wielrenner?
Kampioenen zijn bezig met hun materiaal en voorbereiding. Toen en nu. Wie dacht dat Reinier Paping alleen op een bord Brinta aan de start stond voor de Elfstedentocht van 1963 komt bedrogen uit. Paping was al voor de Elfstedentocht van 1963 handelaar in schaatskleding en importeerde thermohemden- avant la lettre- uit Noorwegen. Ook zijn trainingsmethodes met veel duurwerk en corestability doen verrassend modern aan.*
De helden van '97 (o.a Henk Angenent, Klasina Seinstra en Alida Pasveer), zij zijn erbij op zaterdag 16 september in de 11stedenhal in Leeuwarden om te vertellen over hun schaatscarrière, gaan ze in op prikkelende stellingen en geven de rijders, trainers en coaches van nu, inspiratie voor de lange afstand!
Jan Maarten Heideman: “Na de Elfstedentocht van 1997 begon mijn marathoncarrière pas echt. In Finland heb ik onder zware omstandigheden twee keer de Alternatieve Elfstedentocht gewonnen. Op zo’n moment besef je dat je ook in staat bent om de echte Elfstedentocht te winnen. Alleen moet je wel het geluk hebben in je carrière dat er op het juiste moment een Elfstedentocht gehouden wordt.”*
*It giet oan, zei Kroes (2017)
* Reinier Paping, held van de Elfstedentocht (2016)