top of page

De mannen en vrouwen van '97: Hylke Boerstra, Dick de Haan en Bas van Hest




Nummer 77 t/m 75 in de Elfstedenwedstrijd: Boersma, de Haan en Doorten



Hylke Boerstra

Leeftijd in 1997: 42 jaar

Bremen

Bestuurder maritieme ondernemersgroep (Hamburg)

Nederlandse Consul in Bremen

Getrouwd, drie kinderen


Hylke:

“Op vierjarige leeftijd verhuisde ik in 1959 met mijn ouders naar Bremen. Mijn vader werd voor zijn werk bij de Heidemaatschappij uitgezonden naar Duitsland. In de jaren veertig was hij een uitstekend kortebaanschaatser in Friesland. Mijn ouders brachten bij mij de passie over voor schaatsen op natuurijs. In de omgeving van Bremen bestaat er trouwens een eeuwenoude schaatstraditie en er is ook een ijsclub. Al op jonge leeftijd werd ik lid van deze Bremer Eisverein, hier werd ik heel goed opgevangen en begeleid.

De wederopbouw van Duitsland was nog in volle gang, buitenlanders waren in Bremen in die tijd een zeldzaamheid. Als schooljongen werd ik daarom vaak thuis gevraagd bij vriendjes. Ook op sportief gebied profiteerde ik hiervan. Als buitenlander mocht ik geregeld met de Duitse langebaanselectie meetrainen.

Begin jaren zeventig nam ik deel aan marathonwedstrijden in het Noorse Brandbu, daar waren ook veel Nederlandse schaatsers aanwezig. In Brandbu kwam ik ook in contact met illustere Nederlandse marathonschaatsers als Jan Uitham en Jeen van den Berg. Van hen leerde ik veel en uit deze contacten vloeide voort dat ik bij een verblijf in Nederland op verschillende kunstijsbanen in Nederland mee mocht meetrainen.

Meestal trainde ik in Duitsland alleen en combineerde ik mijn trainingsarbeid zoveel mogelijk met woon- en werkverkeer. Als rechtenstudent fietste ik al in het weekend als training van de universiteit in Hamburg naar het ouderlijk huis in Bremen, een afstand van honderdtien kilometer.

Aan de marathoncompetitie in Nederland heb ik alleen in het seizoen 1982-1983 deelgenomen, meestal richtte ik mij uitsluitend op de Alternatieve Elfstedentocht of op wedstrijden op Nederlands natuurijs. Er bestond toen nog geen internet en zodra de temperatuur onder nul ging, had ik een netwerk van mensen die ik kon bellen om te informeren naar de ijssituatie in Nederland.

Mijn zevende plaats in 1979 op het Veluwemeer is heel bepalend geweest voor mijn schaatscarrière. Bij deze 200km wedstrijd kreeg ik het vertrouwen dat ik met de top meekon. In de jaren tachtig heb ik diverse malen op het podium gestaan van een Alternatieve Elfstedentocht.

Als voorbereiding op het schaatsseizoen liep ik geregeld marathons en hield ik van (nieuwe) sportieve uitdagingen. Bij de eerste Ironman die in Nederland in 1982 georganiseerd werd, finishte ik als derde. Mijn hele leven heb ik fanatiek aan sport gedaan, maar dat heb ik nooit met oogkleppen op gedaan, ik heb altijd goed naar mijn lichaam geluisterd.

In 1985 ging ik ervan uit dat ik bij de Elfstedentocht mee zou kunnen doen om de prijzen. Een gebroken veter zorgde ervoor dat ik al bij de eerste kluunplek in Sneek minuten kostbare tijd verspeelde. Provisorisch heb ik dit ongemak ter plekke verholpen. Op de Fluessen kreeg ik weer aansluiting bij de kopgroep, maar even later bleek dat ik toch te veel van mijn krachten had gevergd, teleurgesteld eindigde ik als 58e.

In 1986 won ik onder extreem zware omstandigheden de Alternatieve Elfstedentocht in Polen. Niets leek erop dat in Nederland nog een Elfstedentocht verreden kon worden. Ik was in topvorm en klopte in Polen met speels gemak Jan Roelof Kruithof. Bij terugkomst in Bremen stond mijn moeder mij al op het treinstation op te wachten en meldde dat ik direct door moest reizen naar Leeuwarden om mij in te schrijven voor de Elfstedentocht. Helaas kon ik in die wedstrijd geen rol van betekenis spelen omdat ik onvoldoende hersteld bleek van de inspanningen in Polen.

Bij de Elfstedentocht van 1997, elf jaar later, stond ik heel onbevangen aan de start. Inmiddels was ik de veertig gepasseerd en wist ik, dat ik niet meer voorin de wedstrijd kon meedoen. Ondertussen had ik genoeg ervaring om te weten wat mij bij een Elfstedentocht te wachten stond. Met heel veel plezier heb ik die wedstrijd gereden zonder te hoeven afzien.

Na Dokkum had ik zelfs nog veel over en voor mijn gevoel heb ik nooit zo hard geschaatst als toen. Van mijn groepje kon alleen Baukje Bron volgen, zij lag op de vierde positie in de vrouwenwedstrijd. Vlak voor de eindstreep passeerden we Jenita Smit, zij had ons niet zien aankomen en ook voor de jury bleek dit tot mijn grote verbazing onopgemerkt te zijn. Over dit onrecht heb ik nog correspondentie gevoerd met de Elfstedenvereniging. Gelukkig hebben ze uiteindelijk deze fout hersteld en is er recht gedaan aan de prestatie van Baukje. “




Dick de haan

Leeftijd in 1997: 48 jaar

Akersloot

Aannemer (gepensioneerd)

Getrouwd, 6 kinderen


Dick:

“Ik kom uit een groot gezin waar vroeger nauwelijks geld was voor hobby’s. In de strenge winter van 1963 ontdekte ik mijn talent voor schaatsen. Ik won een wedstrijd op de ijsbaan in Heiloo en er werd tegen mij gezegd dat ik lid moest worden van een schaatsvereniging. Mijn vader vond dat veel te kostbaar om een gulden per maand te betalen, zodat ik op de Jaap Edenbaan in Amsterdam kon trainen.

Na de ambachtsschool (LTS) ging ik als vijftienjarige jongen aan het werk in de bouw. Op mijn twintigste ben ik een eigen bouwbedrijf begonnen.

Jaren deed ik niks aan sport en pas door het schaatsen van de Elfstedentocht in 1985 als toerrijder, kreeg ik weer de smaak te pakken van het schaatsen en werd lid van de Limmer ijsclub. Al snel daarna volgde deelname aan baanmarathons bij de C-rijders. In 1986 startte ik als C-rijder in de Noorderrondrit en klasseerde mij tussen de A-rijders als 14e.

Bij de inschrijving voor de Elfstedentocht in 1986 meldde ik mij daarom bij de inschrijving voor de wedstrijd. Eerst werd er afwijzend gereageerd op mijn verzoek om aan de wedstrijd mee te doen. De uitslag van de Noorderrondrit die in de krant had gestaan had ik uitgeknipt en legde dat op tafel. Na enig beraad mocht ik op basis daarvan starten in de Elfstedentocht.

In het wedstrijdgebeuren was ik nog onervaren maar klasseerde mij desondanks op de 53e plaats in de Elfstedentocht. Hierna ben ik mij steeds serieuzer op het marathonschaatsen gaan toeleggen.

Op het NK-natuurijs in Ankeveen in december 1996, dat vlak voor de Elfstedentocht werd gehouden, viel ik tijdens de wedstrijd hard op mijn knie, een zware blessure was het gevolg, waar ik een paar dagen later tijdens de Elfstedentocht veel last van heb gehad.

Ik ben desondanks voluit gestart en schaatste direct voorin de wedstrijd mee. Op het Slotermeer herkende ik Fausto Marreiros. Hij droeg een lampje op zijn hoofd. Op het Slotermeer ging het behoorlijk mis. Met een grote groep schaatsers reden we tegelijkertijd op een bevroren sneeuwrand, die in het pikkedonker niet zichtbaar was.

Voor mijn gevoel schaatste ik door mijn knieblessure op één been de wedstrijd. Nadat het licht was geworden, ontdekte ik in mijn groep een man of twaalf, het overnemen van het kopwerk verliep moeizaam. Halverwege het parcours, bij Bolsward, stond mijn vrouw met een tasje met eten en drinken. Na de ravitaillering ben ik in het tweede gedeelte van de wedstrijd diep moeten gaan om de finish te halen. Je moet niet vergeten dat ik in 1997 al 47 jaar was en dan begint leeftijd wel mee te spelen.

De Elfstedentocht van 1997 was een zware tocht. Later heb ik op de Weissensee wel Alternatieve Elfstedentochten gereden, waarbij ik na de finish dacht, ik kan er nog wel tweehonderd kilometer bij schaatsen. Inmiddels ben ik gestopt als wedstrijdrijder, mocht er in de toekomst een Elfstedentocht georganiseerd worden, dan doe ik zeker mee, maar dan ga ik niet meer jakkeren maar alleen genieten!"


Bas van Hest

Leeftijd in 1997: 22 jaar

Alphen (NB)

Adviseur weg en waterbouw Civil Support

Getrouwd, twee kinderen

Bas:

“Mijn ouders zijn ook fanatieke schaatsers en wielrenners, net als de rest van mijn familie. Mijn neef, Greg van Hest, is bijvoorbeeld een topmarathonloper geweest .

Rond mijn 16e werd ik met schaatsen en wielrennen steeds fanatieker. Na enige tijd moest ik om verder te komen een keuze maken voor een sport, dat werd schaatsen. In Brabant is schaatsen veel minder populair dan boven de grote rivieren. Veel mensen weten niet dat je in Brabant ook prima mogelijkheden hebt om te schaatsen op natuurijs, zoals De Flaes bij Lage Mierde, dat is een groot bosven waar je vaak na een paar nachtjes nachtvorst kunt schaatsen.

In 1997 schaatste ik nog maar net bij de landelijke B-rijders. Voorafgaand aan de Elfstedentocht had ik het goed gedaan bij de natuurijsklassiekers en stond ik aan kop van het natuurijsklassement bij de B-rijders.

Tijdens de klassieker Maasland op 2 januari 1997 hoorden we dat de Elfstedentocht door zou gaan. Alleen A-rijders waren verzekerd van deelname aan de Elfstedentocht. Ik lag al te slapen toen er namens de Elfstedenvereniging gebeld werd, dat ik een wildcard kreeg om van start te gaan in de wedstrijd. Ik woonde nog thuis en mijn moeder kwam naar mijn slaapkamer om het goede nieuws te vertellen.

De start van de Elfstedentocht heeft de meeste indruk op mij gemaakt. Het enorme geluid en de massa toeschouwers die je hoort en ziet na het opengaan van de deuren van de startkooi. Bij één van de voorafgaande wedstrijden had ik gekneusde ribben opgelopen en bij het hardlopen naar de Zwette ondervond ik hier flink last van.

Met achterstand op het peloton begon ik te schaatsen. Op weg naar Sneek ben ik wel tien keer flink onderuitgegaan. Ik zag door het donker maar weinig en op sommige gedeelten van het parcours was ik daardoor mijn oriëntatie kwijt. Ik wist dat ik niet mee zou kunnen doen voor de overwinning en dat het uitrijden van de wedstrijd het belangrijkste doel was.

De eerste verzorging miste ik en pas na honderd kilometer, bij Bolsward, kon ik voor het eerst wat drinken. Daarna kon ik mijn tempo en positie in de wedstrijd goed vasthouden en heb van inzinkingen geen last gehad. Mijn broer stond op mij te wachten bij de finish. De volgende dag ging het gewone leven direct verder en moest ik de hele dag studeren. Ik zat toen op de HTS net in een belangrijke tentamenperiode.

In de week na de Elfstedentocht van 1997 heb ik meegedaan aan de klassieker Sluis-Brugge-Sluis (ook wel de Belgische Elfstedentocht genoemd). Dat was ook een geweldige wedstrijd om mee te maken, met veel publiek en trouwens een leuk bedrag aan startgeld.

De Elfstedentocht kwam in het begin van mijn schaatscarrière. Na 1997 ben ik tien jaar A-rijder geweest en in 2002 heb ik de Alternatieve Elfstedentocht in Finland gewonnen. Ook op de Weissensee heb ik meerdere keren op het podium gestaan bij een wedstrijd over 200 km. Helaas kreeg ik, net zoals mijn generatiegenoten, geen tweede kans in de Elfstedentocht."


Bron: It giet oan, zei Kroes

Laatste berichten
bottom of page